Binnenkort uit! Zet de datum van de presentatie maar vast in je agenda: 12 december. Theater De Generator in Leiden. Meer info volgt spoedig!
Dit zijn de meeste van de gedichten in de nieuwe bundel, en niet in de volgorde zoals die in de bundel staat, maar in de volgorde waarin ik ze geschreven heb.
Kom Staken
Er Zal Orde Zijn
Oorlogsverklaring
Innovatie
Verdronken Eiland
Dorst!
De Schreeuw Van De Meeuw
Sonnet Van Een Wesp
Nieuwe Buren
De Grote Boze
Kunst, Dat Is Wat Waard
Steen Voor Steen
Tel Af Tot De Bom Valt
Gif
Het Weer Van Vandaag
Wet Of Geen Wet
Voor Tortuguita
In De Leegte Van De Cel
Zomersport
De Bomen Gaan Niet Uit De Weg
Hey Consument!
Brand!
In Het Veld
De Laatste Der Primaten
Plaagdier
Plastic Mode
Op Je Bord
Het Ruimen Van De Zieken
Dorre Vragen
Varen Op Tranen
Meer Dan Anderhalve graad
Een IJsbeer
Aardnood
Gestolen De Wolken
Pijplijn
Vieze Mensen
In De Branding
Vleugels
Wie Was Je?
KOM STAKEN!
We worden weer aan het werk gezet
Rij aan rij de schouders eronder
De dreun van het stansen, zo klinkt de wet
Het maakt ons allen steeds ongezonder
We worden weer aan het werk gezet
Gebogen ruggen, longen vol stof
De druk van de huur, die ons hoofden bezet
Onze haren vet, onze ogen dof
We worden weer aan het werk gezet
De spuit erop, de spons chemisch gedrenkt
Het stikken met dichtgeknepen kelen belet
dat je aan meer dan enkel overleven denkt
Zo worden we weer aan het werk gezet
Op de cadans van de arbeid, beloond met een fooi
Complimentje van de baas, geschreven in ‘t net
Dankzij uw zwoegen lijkt wat lelijk is mooi
Zo worden we weer aan het werk gezet
Vervuild, belazerd en steeds weer veroordeeld
tot de afgunst die afleidt van enig verzet
Wie demonstreert heeft de rechten verspeeld
Zo worden we weer aan het werk gezet
Om verbetering te haten, de oren te proppen
Een bonus voor wie de laarzen aan trekt
om klokkenluiders in de stront te schoppen
We worden niet langer aan het werk gezet
Kom staken tegen diefstal en vuiligheid
Durf op te staan tegen die bazen hun smet
Kameraden, kom tot daden, voor ons aller veiligheid
Zo worden we niet langer aan het werk gezet.
Joke Kaviaar, 13 september 2024
ER ZAL ORDE ZIJN
Het staat zo geschreven
in het regeerprogramma van de zuiverste denkers
We passen de waarheid aan
Met rekenmodellen wordt leugen op
leugen tot feit verheven, complot op complot
aan wetenschap toegeschreven
Zo valt alles op zijn plaats
Van rassenleer tot bosbeheer passen cijfers
bij verzinsels eerstegraads
En dan komen wij en vragen
Verklaar nu eens vanwaar de regel dat
wiskunde en scheikunde niet langer
behoren tot exacte vakken voor
geleerde lieden zonder politieke voorkeur
Gesmeed tot valse sleutels tot
het openen van de deur naar
ondoordringbare statistieken, laag op
laag gestapeld tot de gewenste uitslag
Dat al het leven kapot moet,
vies als het is, oncontroleerbaar, opdat
het land smetteloos zal zijn, zo
staat het schoon geschreven,
wordt de vinger weer gewezen en
de rechterarm gerezen
en er zal orde zijn.
Joke Kaviaar, 13 september 2024
OORLOGSVERKLARING
Zij hebben de oorlog verklaard
aan al het leven dat zich niet houdt aan de gulden regel
De mens is de baas
met recht de bossen met stikstofbommen te bestoken
De lucht te zuiveren met nucleaire zonnestralen
De mens is de baas over
torenflats op water, machines die de hemel scheuren
Beheerst land met onnatuurlijke afscheidingen
De mens, die zich macht toekent
anderen te duiden als teveel op deze aarde,
om uit te wissen, op te ruimen die volkeren, die
met de dieren mee bewegen, die
hand in hand leven met de grond en
zonder enig kompas de weg kennen, de gewassen
De oorlog is aan ons allen verklaard
In de aanval om rijkdommen in de grond, waarop
diegenen die teveel zouden zijn wonen
Het is een slagveld met
inzet van machinale dodingsapparaten
Ze graven, begraven en ontwortelen, de aarde
siddert onder het boren van gaten
Uit naam van staten, banken, bedrijven, de
bazen klinken de glazen in hoge paleizen, zij
die zich als redders van de aarde laten fêteren
U kunt rustig slapen gaan
Verklaren we hen, die zich die medaille opspelden,
op ons beurt de oorlog?
Joke Kaviaar 11 september 2024
INNOVATIE!
Ze rijden niet meer op
dikke diesel
Op
gas of benzine
Al dan niet vrij van lood
Wat zal onze lucht schoon zijn!
Ze rijden nu op
kapotte kindervingers
die
de grond afgraven voor
de mijnen van winstbejag in
het land van kobalt, onze handen schoon
Auto’s van de toekomst
Laadt ze maar op!
De kerncentrale draait wel
En ach
Dat beetje superstof
in de modernste smartphone
valt in het niets bij
die volprezen vierwieler
Dus app gerust
vanaf uw tweewieler
Klimaatrechtvaardigheid
zit niet in batterijen.
VERDRONKEN EILAND
Ergens
In de oceaan
– Welke oceaan?
Ergens
Waar, dat weten we niet
In de oceaan
Onder de blauwe lucht
– Regent het daar dan nooit?
Ergens
Een eiland
Waarover we niet spreken
Het heeft geen dijken
of duinen
– Wij gelukkig wel!
Ergens
Ver weg
Wonen mensen aan de kust
van dat eiland
Ze zien het water stijgen
– Dan verhuis je toch?
Ergens
In een huis
langs de kust van dat eiland
Werden kinderen geboren
Eten klaargemaakt
Ergens
Of is het
nergens meer?
Neemt de oceaan
elke dag wat af
Storten muren in de branding
Nergens
Ver daarvandaan
kent iemand de naam
van het verdronken eiland
Of wanneer de laatste
bewoners op de vlucht sloegen
– Als ze maar niet naar hier komen!
Joke Kaviaar, 9 september 2024
DORST!
Dorst aan de bron van het zuiverste laven
De grond aangekocht als bron van geld
Gebotteld in plastic – het water,
een luxe artikel met een merknaam
Van wie is het water?
Van de kapitalist?
Dorst aan de bron dichtgegooid met cement
De grond geroofd door kolonisten
Leidingen vernield – het stroomt weg,
het water, dorst is moordwapen hier
Van wie is het water?
Van de kolonist?
Dorst waar de bevolking verdreven wordt
De grond en het water als strategisch bezit
in handen van bezetters – het loont,
alles te laten verdorren, zet een coca cola fabriek neer
Voor wie is het water?
Voor de fabriek?
Er loopt een weg naar toe – exclusief
Hekken en camera’s bewaken die
Een kind werpt een steen en gilt
Mitrailleurs ratelen en dan is het stil
Joke Kaviaar, 9 september 2024
DE SCHREEUW VAN DE MEEUW
Hoort! De schreeuw van de meeuw
Onze zilveren vleugels breed in de lucht
De snavel als wapen – We zijn met veel
Onder ons kijken de koppen op, verstoord
Smoort! De schreeuw van de meeuw!
Een weeklagen klinkt uit de dievenmonden
Ze voeden zich met de vis, in roversnetten
gevangen tot er voor ons, de meeuwen,
geen graat nog over is – Dus we schreeuwen
Gedwongen de patatzakken aan te vreten
Of de zak met popcorn bij het zwembad
of op het strand – En ze jammeren weer
Verjaag toch die meeuwen die zo schreeuwen
Schiet vuurwerk af! We verstaan onszelf niet!
Wij, de meeuwen, schijten op jullie!
Hoort! De schreeuw van de meeuw
Boven de kotters op de woeste golven
verzamelen we ons – Scheur de netten stuk!
Woelig wordt het water dat ons voedt
Laat het stormen! Tot de schepen bedolven
naar de bodem gaan.
SONNET VAN EEN WESP
De homo sapiens is een gevaarlijk soort
Die heeft mijn hele familie vermoord
Want wij zijn de horror, worden weg gepest
Ze slaan om zich heen – De wesp is slecht
Hun tuinen territoria met steen belegd
Kaal zoals zij, waar bouwen we ons nest?
Kruip ergens in waar je niet wordt gestoord
Onzichtbaar en stil – Dat is hoe het hoort
Rumoer op een morgen, stemmen als motoren
Onze vlucht zo berucht – Wie kan er nog weg?
Een brandende lucht komt ons leven doorboren
Nu ben ik getuige, zit buiten op een heg
De bladeren verstorven – Zo zijn ook wij verloren
Ben ik de laatste? Wie wil mij nog horen?
NIEUWE BUREN
Wat?!
Noemt u mij een vieze rat?!
Laat mij uw vuilniszak
Dump mij uw kattenbak
Wees welkom in mijn sloot met uw open riool en
uw vitriool
Ik, de rat, zat bij u op school!
Ha!
Wie vreest er nu mijn kale staart?
Doneert voer voor gevederde vlegels
Legt brokken neer voor die stekelegels
Kom eens zien in mijn goot met uw gulle gift,
uw verspillingsdrift
Ik, de rat, zit met u in de lift!
Gegroet!
Geboefte met uw vette vingers!
Die schoenen nodig heeft!
Die van veredelde kots leeft!
Kom eens snuffelen hier met
uw uitlaatgas en gier
Ik, de rat, ik vervuil geen zier!
Ben het zat!
Noemt u mij een vieze rat?!
Moet u nagaan, mensendier!
Ik zet een val voor u hier
Kom eens langs bij uw buur met
uw kwetsbaar statuur
Ik stuur u muggensteken, teken en torrenzuur!
U moet weten, we werken samen
in door u verstoten wereld, genoemd ‘natuur’
Joke Kaviaar, 4 september 2024
DE GROTE BOZE
Ik ben de grote boze wolf
De mens gelooft in sprookjes
met de handen op de kolf
Ik ben de grote boze wolf
Met welpen aan mijn zijde
kom ik dagelijks uit mijn hol
Ik ben de grote boze wolf
Als concurrent voor mensen-
jagers eet ik me graag vol
Ik ben de grote boze wolf
De mens loopt met geweren
en schiet al mijn voedsel op
Ik ben de grote boze wolf
Het enige dat rest zijn
hun schapen – ’t kan niet op!
Ik ben de grote boze wolf
Het lopende buffet staat klaar
Ik loop er zo naar toe
Ik ben de grote boze wolf
Wat klagen ze, de mensen
Zeggen zelf: tast lekker toe!
Ik ben de grote boze wolf
met mijn hongerige jongen
Die gaan nu zelf op zoek
Worden grote boze wolven
De kinderen worden bang
Maar sprookjes zijn niet waar
Dat weten ze toch allang?
Worden grote boze wolven
Mensen komen in hun buurt
Die richten hun geweren
Ik weet niet hoe lang dit duurt
Ik ben de grote boze wolf
Nu word ik pas echt boos – jawel!
Pas nu is er wat loos
De grote boze mens zie ik
Die stampt en stoort
Die steelt en moordt
De grote boze mens zie ik
Die spreken kan maar
gelooft u die lui
beter niet op hun woord!
ACHT HAIKU’S VAN DIERENVERZET
Vangst
Een mens met hengel
Hap! Zegt de vis. Pech mens, dat
het een orka is!
Gevecht
Tot plezier van stier
geniet publiek als het ziet
Hij spiest stuk verdriet!
Eraf!
De merrie steigert,
weigert politie haar rug
Solidariteit!
Bzzz!
Honing gestolen
op brood? Bijen hongersnood
Val aan of val dood!
Prooi
De leeuwentemmer
werpt de welp bot toe. Smaakt goed,
dat vers mensenbloed!
Verhuizing
Het land van de slang
gekapt. Nu schuilen we in
onze huizen, bang.
Stop!
Buizerd in duikvlucht
Nest verjaagd door kettingzaag
Snavel in je kraag!
Hoop
Een mol steekt zijn kop
op, luistert, fluistert: golfbaan
gekraakt! Goed gedaan!
KUNST, DAT IS WAT WAARD
Zie,
dat is kunst
De dans van de futen,
de kuif op
Rimpelingen in het water
Kunst,
de duik
onder het oppervlak en
de schittering van het spotlicht
uit de hemel
Daar zijn ze weer!
Snavels groeten elkaar
tussen de waterlelies
Riet wuift
Eenden snateren
Hoor,
dat is kunst
Niet na te maken
Kunst
om te verdedigen
Meer dan klodders verf
van mensenhand
achter glas
Waarde uitgedrukt in nullen
En als in het dode water
vis noch verendrager
zich nog vertoont
verzucht een kunstliefhebber
Daar heb ik nog een schilderij van.
STEEN VOOR STEEN
Steen voor steen
breken we het af
Dat, wat zo zwaar op ons weegt
Langs het spoor kruipen mensdieren,
schuifelen op de knieën terwijl
de locomotief nadert en fluit
Uit de weg!
Ondergraven de rails
Het fundament van het munt slaan
uit rookpluimen, fluimen uit de
muil van de kolenzuil
Steen voor steen
vergruizen we deze
bouwstenen van ademnood
We slaan ze tot zand met onze hamers
Velen handen verdelen dan
dat zand tussen de
malende kaken van
als niet te stoppen vermomde ontwikkeling
Komt knarsend tot stilstand.
TEL AF TOT DE BOM VALT
Als het vuurwerk afgeschoten
als kogels voor vogels,
mijnen voor konijnen, hazen
Als het leven op de grond
weer is opgeblazen
Als daags erna de sparren
– oh denneboom! –
op straat het sterven
voortzetten, nu
zonder lampjes om
de dood te verlichten
Dan zie ik bossen
verbranden, bomen gekapt
Zie fosforgranaten geworpen op
van land verdreven bevolking
terwijl in handen wordt geklapt
Geluk is met de vernietigers,
de haters, de zelfverklaard
onwetenden, de champagne
in de hand – Ze proosten op
een wereld in brand
Er is geen nieuw jaar
op een volgende dag
zonder vogelzang,
zonder dans bij de
komst van een kind
Totdat recht een
vaardigheid, geboren
uit vervlogen zaden
Bewogen harten uitgestort
in weg gegraven grond
Waar een lach een wens werpt
tussen verlaten voornemens,
de wapens van waarde
zal ontdoen
We geven elkaar een zoen
Tot dan
tellen we af tot de bom valt.
Joke Kaviaar, 31 december 2023
GIF
Gif – Op het land in de grond tussen het gras
Ik, de mier, stak een plu op als ik die had
tegen de mens met de spuit, diens kop in het weiland
want er is hier geen zand
Gif – en ik stik haast en naast me de hommel – die
spartelt met de pootjes en vleugels, snakkend naar
stuifmeel – stuipt op de rug in de modder gevuld
met grote klodders van gif
Gif – Het daalt neer op paardenbloem en klaver
want piepers moeten groeien, bloemen om te snoeien
Wie ziek wordt moet niet kniezen – Heb het gif lief
om de koperen dood die het biedt
Gif – en zo komt het en dat weten ze – de mensen –
in de stamppot op de tafel, de lucht die wordt geademd
Komt het voorjaar, komen de boeren met hun ploegen
en ze spugen weer het gif
Gif – en het leven wordt gedreven en gestolen met
traktoren en verrot door speculanten en die
kennen niet de bessen en de nectar want ze zijn niet
als de dieren, denken zij
Gif – en ze laten het zich smaken – het gif
op de vingertoppen – klinkende munten en
knisperende bankbiljetten.
HET WEER VAN VANDAAG
Het laat zich ons toeblazen door de noordenwind
Ammoniak met een vleugje rotte drab
Het laat zich meevoeren door de zuidenwind
Fabriekuitstoot met lijm en lineoleum
Het laat zich voortstuwen door de oostenwind
Aroma van gebrande cacao en zure kots
Het laat zich dragen door de westenwind
vanaf de kust – geen zilt maar mistige kolenstook
Zuidwestenwind heet dan
LijmLinoleum – Kolenwind
Noordwestenwind noemen we
SlootAmmonia – Kolenwind
Zuidoostenwind
LijmLinoleum – CacaoKotswind
Noordoostenwind
SlootAmmonia – CacaoKotswind
Wat voor weer is het vandaag?
WET OF GEEN WET
Het is verboden
om een weg te blokkeren
Het is verboden
om daar te demonstreren
waar de machthebber je in de weg vindt staan
Het is verboden
om te stellen dat het nodig is
Het is verboden
want ze vertellen dat het overbodig is
omdat het staatsapparaat genoeg belooft te doen
aan het schoonmaken van de wereld
Ze scheiden het afval – nee, dat doe jij!
Ze voeren statiegeld in – Jij levert braaf in
Ze verwijderen de leuzen die jij
op de muur hebt gezet met krijt
en sturen jou – vandaal! – dan de rekening
Het is verboden
de overheid te dwingen anders te doen
Het is verboden
om te zeggen ‘kom op met die poen!
We investeren in treinen en bossen’
Het is verboden
het verkeer plat te leggen met je spandoek
Het is verboden
er wat van te zeggen want ziehier! – Het wetboek
en nu ben je af en nu krijg je straf
Want het schoonmaken van de wereld
Laat dat maar aan hen over – Doe’s lief!
Laat dat aan de industrie – De grote dief!
Nee – Laat dat beter aan ons
Dan sluiten we vervuilers – zetten machines aan de kant
en sturen het toptuig de rekening – want
Het zou niet moeten kunnen
wat door de wet niet verboden is
Het zou niet moeten kunnen
het geweld van staatsdienaren dat geboden is
En wie terug vecht verdedigt zich – met recht!
Joke Kaviaar, 11 februari 2023
VOOR TORTUGUITA
De bewoners van het bos rouwen
om Kleine Schildpad
In al hun vezels vergroeid
met hen, die de groene wereld
verdedigde – een mensenkind
met de geest van een volgroeid
besef dat al wat leeft onder het
bladerdak, kruipt tussen het
schors, de veren wast op een tak,
zonder voorwaarden bestaat
De bewoners van het bos voelden
de grond schudden toen
Kleine Schildpad beschoten werd
Het was alsof de bijlen en zagen
aan de voeten van de stammen
knaagden – alsof de nesten werden
leeg geschud door klauwen
van gehard staal – Ze bouwen
een stad van politiegeweld
Kleine Schildpad wist het
Angst kan een mensenkind dragen
tot ver boven de boomtoppen maar
daar waait het weg – De angst
maakt plaats voor moed
Het is alsof je vliegen kunt!
Zo vocht Kleine Schildpad
omarmd door het web van leven dat
hen zelf ook was – en liet daar
vele jonge scheuten ontkiemen.
Joke Kaviaar, 4 september 2023
Bij de dood van Manuel Esteban Paez Teran
a.k.a. Tortuguita (Kleine Schildpad)
Vermoord door politie, 18 januari 2023,
Weelaunee Forest, Atalanta (VS)
IN DE LEEGTE VAN DE CEL
In de leegte van de cel hoor je geen krekels
Voetstappen en portofoon bliepjes
vertegenwoordigen er de buitenwereld
Door een stalen deur ruik je geen bloesem
Zweet en stront en gerecyclede lucht
herinneren je aan het leven in jezelf
Onder het neonlicht zie je geen hemel
Als je je ogen dichtdoet kun je het ruisen
van de airco verruilen voor de zee
In de kou van de stilstand bewegen
warme gedachten aan kameraden
Het samen de straat op gaan
In de leegte van de cel hoor je niemand scanderen
De kreten van een angstige en zijn bonzen
om adem doen je verlangen naar stilte
Door een stalen deur ruik je geen grond
De smaak in je mond is als dode aarde
Je proeft hier vrucht noch vrijheid
Onder het neonlicht zie je de zon niet
Je mist er de maan en de sterren en
de wolken, de regen, de regenboog
In de kou van de stilstand klinkt nog geen briesje
Weg is de vaart van onze marsen en onze actie
Wat blijft is de echo van vele stemmen
want in de leegte van die cel leeft de hartslag door
Verbonden in de geest alsof ook hier
de handen nog ineengeslagen zijn
Door die stalen deur reiken de woorden
van woede en passie, die zich
niet op laten sluiten in de nauwe ruimte
Ze wilden me levend begraven
Maar weten niet dat we als het zaad
van paardenbloemen zijn
Gedragen door de wind van het verzet.
Naar aanleiding van de arrestatie van acht klimaatactivisten (waaronder schrijfster dezes) wegens de oproep om op 28 januari 2023 de A12 in Den Haag te blokkeren met de eis dat de overheid stopt met fossiele subsidies.
ZOMERSPORT
Ingepakt in winterjack
– van ganzen gerukt dons –
en dikke wollen muts
– van schapen gestolen vacht –
alsof het tien graden onder nul is,
gespt ze de lange latten onder
haar zware schoenen goed vast
Skivakantie, daar heeft een mens
recht op!
De piste, een lijntje sneeuw
dat door een reus voor een lijntje
coke zou worden aangezien,
lokt als altijd – De lift in!
Het bederft haar zicht naast de
piste het groen te zien, de
boomstronken – tel de jaren! –
die achterbleven nadat
de statige sparren van
hun leven werden beroofd
Steeds hoger nu klimmen
de mensen op, om de
wonderen van de bergen
boven hun hoofd ook
tot toeristengebied
op te tuigen – Als een kerstboom
Voordat ze de afdaling
begint, zweet ze als op een
zomerse dag – naar verluidt
zullen de gletsjers
eind deze eeuw gesmolten
zijn – Zo zonde
dat haar kinderen
nooit op ski’s aan
de afdaling kunnen beginnen
DE BOMEN GAAN NIET UIT DE WEG
De bomen gaan niet uit de weg
Ze houden zich aan de bodem vast,
vervlochten met alles wat wortelt
tussen heide en zandgrond,
moeras of oerbos zoals het past,
zo vestigt zich stam, takken, bast
Door zwammen bijgestaan,
in innige omarming door hun
standvastige schimmeldraden,
ongezien in de verste uiteinden
van hun vastberaden groei
Vele stemmen wild en stil
De nesten geweven tussen de
bladeren zijn hier een thuis
en hun makers die hun kroost er
toevertrouwen, kunnen er schuilen
voor de slagen van regen of
de verhoogde stralen van de zon
Wat niet weggaat als vanzelf,
dat blijft, te vergaan of bestaan
‘t Is als een wet, ongeschreven
De wet van worm, tor, vlieg,
vlinder, libel, de wet van mos
De wet van dauw en water
Zij is de wet waaraan
de bomen vasthouden, als een
organisch willen, het zingt!
Handhaving behoeft het niet
Tot mensen met machines komen
Vergunningen vragend en
toestemming verkrijgend
tot het vellen van de bomen
Dan komen zij, die zich buiten
de mensenwetten begeven,
als deel van al wat groeit,
in boomhutten en tunnels
meeweven aan het vlechtwerk,
met hun touwen tussen
de vleermuizen hangen
Een specht begroet met tromgeroffel
de vreemd uitgedoste gasten
De bomen gaan niet uit de weg.
HEY CONSUMENT!
Hey consument! – Je moet wat doen aan het klimaat
We verdrinken in een emmer – Zitten in een open haard
Hey consument! – Het wordt tijd dat je bespaart
op de lengte van je leven – Word vooral niet kwaad!
Want dit is het spel van de klimaatevolutie
Laat het volk lekker gokken – Rijkdom of rantsoen?
Dit is de lotto van de hoge contributie
Jij moet gaan betalen ook al heb je niet veel poen
Laat het volk maar geloven dat ze iets kunnen doen
Volgens de regels – Schoon en groen
In de kou of de hitte – Eigen schuld zonder bult
Als agrarische fabrieken maar met vee blijven gevuld
Laat de boeren hun stinkende stallen maar bouwen
En laat ze die stallen beter vol blijven stouwen
Innovatietje hier – Innovatietje daar
De staat betaalt voor stikstof – Er is geen gevaar!
Subsidie – Subsidie – Subsidie
Voor dierenbeulen CO2 industrie
Subsidie – Subsidie – Subsidie!
Voor de groei van de ecocidonomie
Op het marktplein van de emissierechten
Staan kopers om de prijs te vechten
Corruptie hier – Corruptie daar
Geef geld voor een stem – Leg de mest maar klaar!
Doe maar reclame voor vergroenend verantwoord
Betaald uit een fonds voor duurzaam geboord
Fossiele fertiliteitsreproductie
Geoliede achterkamertjes lobby
Minder – Minder – Minder taks
op de kerosine van de vliegende kak
Minder – Minder – Minder taks!
De vervuiler betaalt niet – Die krijgt toeslag straks!
Laat de zeeën overkoken
Laat de ijdele hoop maar roken
met een krabbel voor een sprookjesverdrag
zodat de baas je vermoorden mag
Bedrijven verstikken de lucht met elkaar
en alles wordt zwart van het roet
Contractje hier – Contractje daar
Voor kanker en astma – De dood doet het goed!
Met technisch vernuft kritiek afgebluft
Het is zo woke en zo overbodig
om te stoppen met delven en roven en kappen
De consument moet maar over gaan stappen
Bladiebla diebladie bla
Zegt u het de industrie maar na
Bladiebla diebladie bla
Begin bij uzelf en eet vaker sla!
Doe maar een keurmerk met een ster of drie
Beter leven of eigenlijk nie’
Het is wel duurder maar dan heb je ook wat
Voordeel in de zak van de zak die van je jat
Doemdenkers redden de wereld niet echt
Als er olie stroomt is dat rijkeluisrecht
Klimaatklever hier – Klimaatklever daar
Maar het blijft niet plakken en is echt niet waar!
Bladiebla diebladie bla
Zegt u politici slogans maar na
Bladiebla diebladie bla
Begin bij uzelf en zeg bladiebla!
We redden de wereld – Schouders eronder
Samen maken we alles gezonder
Moestuintje hier – Moestuintje daar
Op grond vervuild en vreten maar!
Onder de walmen van zware metalen
Daaruit valt vast nog een wortel te halen
Veegt u de stoep en sluit u de ramen
Klimaatverbetering? Dat doen we samen!
Zo hebben ze dat bedacht met hun bladiebla
Zet die smeerboel op de rails zonder enige blokkade
Ze hebben zich bewapend met hun bladiebla
Bang voor een bom op hun fata morgana!
Ze zeggen
Stik – stik – stik er maar in
in de smog en het teer van ons wereldrendement
Stik – Stik – Stik er maar in!
Maar wees zuinig op de aarde tot het bittere end!
BRAND!
De wind zweept vonken
door de zwaarbeladen takken
Hun bladeren snakken
al maanden naar de nacht
Hun wortels graven
dagelijks dieper naar water
Als gouden sneeuwvlokken
belanden de vonken
op de grond bezaaid
met losgelaten vruchten
Een eekhoorn schrikt op,
staat oog in oog met
een grimas van vuur
De dennenappel in haar
hand vergeet ze en
ze ziet hoe die valt en
rolt en rolt en zij
holt en holt en holt, het
knetteren en knisperen
van vlamvattende
takkenbossen zit
achter haar aan, wil
haar staart als toorts
In een kantoor ver weg
in de stenen stad vol
beloftes van beton
zitten bestuurders te
overleggen en ze zeggen
dat er niets aan gedaan kon
De schade bedraagt
zoveel ton
uitgedrukt in oneetbaar geld
Gelukkig zijn ze verzekerd.
Joke Kaviaar, 30 december 2022
IN HET VELD
Ze paraderen met
geweren door het veld
Hun laarzen de
rubberen voorbode
van geweld
De hazen, hun
oren als halmen,
daarop azen zij,
als een leger op
in loopgraven
schuilende vijand,
met
hun honden, de
oren als antennes, de
tanden als stiletto’s
voor hun meesters
in de aanslag
De dieren, door deze
frontsoldaten tot
bezit bestempeld,
ontvangen voer of
de kogel als beloning,
braaf aan de ketting
Zie ze gaan, het
jonge gras vertrappend,
de jagers in hun
oorlog tegen de
vrede in het veld
Ze schieten tot er
niemand meer
te beschieten valt
Behalve henzelf.
Joke Kaviaar, 30 december 2022
DE LAATSTE DER PRIMATEN
Hij is de allerlaatste van zijn soort
Zegt het voort mens, zegt het voort
Aanschouw de roodharige achter glas
die veiliger lijkt dan hij ooit was
Hij kan doen alsof het hem bekoort
Keert dan de rug toe en doet een plas
Dan weer tuit hij zijn lippen tegen het raam
naar de lachende blikken, vingers wijzend
Zijn urine geniet reeds wereldfaam
Het ontgaat hem, hij kijkt wat misprijzend
hoe het leegloopt, zijn zeldzaam lichaam
Zo wordt hij in het stro in stilte vermoord
Voor het oog van menig schoolklas
Als een voorrecht dat ons toebehoort.
Joke Kaviaar, 29 december 2022
PLAAGDIER
Keurig op rij, de graspollen
even kort de kopjes
gemillimeterd door de maaimachine
We houden het graag netjes
Spuit nog wat spul dat stinkt
uit een fles die blinkt van
vertrouwen in natura
Trek het onkruid eruit
Snel! Tussen de tegels groeit nog wat!
De muggen, rupsen, slakken
uitroken verbranden verjagen
Ze plagen ons, net als
muizen, duiven, ratten
Zo blijft het land onder controle
Strak en kilometers aaneen
geschakelde groene kunst
stroken zonder onderbreking
Sloten worden gesloten
Heggen staan in de weg
Overzicht willen wij,
die het ware plaagdier zijn.
PLASTIC MODE
De lopende band
en de mensenhand
Vullen, verplaatsen
Doppen opdraaien
Etiketten plakken
Verpakken in zakken
Stromen onafgebroken
in dozen en bakken
in wagens en schepen
en laadruimen vol van
vliegtuigen hemel doorkruisend
op weg naar de schappen
Eetbare, drinkklare
wegwerpgemakken
Laag op laag verstikt
en verteert het – Traag
Ligt zwaar op de
schuimkraag van
het stervende water
En de schildpad heeft
een hoepelrok aan
De laatste mode
in de oceaan.
OP JE BORD
Er zijn tongen die zweren
dat biefstuk lekker is
Het bloed van het
dier dat er eens was
sijpelt zo zoet op het bord
Als wijn zo rood over
de grauwe, bleke
op maat vermoordde moot
Het dier, zo jong
geslacht in betegelde arena
zonder publiek
Een mensenmacht met
een schort voor – een schot
Het schokken van het lijf
Nooit geproefd het gras,
de klaver, de zon gevoeld
Het voedsel altijd in overvloed
gestort in troggen tussen
metalen buizen
in stallen – duister
Product van veevoeder
aangevoerd door schepen
Gemaakt van landroof waar
soja en mais voor bomen
in plaats zijn gekomen
Ook daar stierven dieren
Hun land en leven gemaaid
Gekapt en platgebrand
Lotgenoten op afstand
De koe, de aap en de papegaai
Maar het smaakt en het
maakt niet uit wat het kost
De tongen likken de laatste
getuigen van het bord.
Joke Kaviaar, 23 november 2022
HET RUIMEN VAN DE ZIEKEN
Vrije vogels, ze
vliegen, zweven, turen
naar de daken van
stallen, kooien, schuren
Vanuit sloten, rivieren, vennen
zien ze achter hekken
opeengehoopte soortgenoten
kakelen, dringen, de veren
verliezen, poten breken
Gekooide vogels
Op een dag komen er
tweebeners in witte pakken,
maskers en handschoenen
uit vrachtwagens
zware materialen laden
De vrije vogels, ze horen
het krijten en smoren van
de gekooide vogels
Tot het leven heeft verloren
Maar zij, de vrije vogels,
vliegen verder tot ze
draaierig, de vleugels zwaar,
geen ei meer kunnen leggen
En de tweebeners met
hun witte pakken en
maskers en handschoenen
rapen hen op en zeggen
Zie! Die wilde vogels verspreiden het!
Vang ze! Schiet ze af!
Dan kunnen we voort
met het fokken voor
onze zieke verdiensten
De hokken staan klaar.
DORRE VRAGEN
De grond barstte hier open
Als uiteen gehouwen rots
kraakte de aarde
Overlevers schuilen in
het stof tussen de kloven
Een mier draagt een zaadje
Kruipt weg voor de voetstap van
een moeder die water draagt
Stel
Het zaadje valt – en een druppel
In het land van gescheurde lippen
Dorre vragen onder de zon
Fluistert een kind – huid als karton
Kan het nog? Gaan groeien?
VAREN OP TRANEN
Als de straat een vloed is geworden
Een oude badkuip je sloep
Spelevaren onder de hemeldouche
– Het leek eerst zo leuk –
In het graf van de doden
– niet eens een zeemansgraf
maar een open rioolgraf –
Is zwemmen geen sport
Als het water van bloed is geworden
Een muggenbeet je ongeluk
Een filmploeg op je inzoomt
– jij zout water vloeit –
Ben je prime time drama
Het nieuws van vandaag
Morgen gestorven
En dan nu de weersverwachting.
MEER DAN ANDERHALVE GRAAD
Anderhalve graad warmer
Dan hoeft de kachel niet meer aan
De wereld is heet genoeg
Een geiser – een vulkaan
Is lekker toch?
Anderhalve graad warmer
Dat mag wel een graadje meer
Regenwoud op de Veluwe
Nijmegen Aan Zee
Best een goed idee!
Twee en halve graad warmer
De vissen worden gekookt
Het koraalrif wordt gestoomd
Pluk de vruchten op de noordpool
Is lekker toch?
Twee en halve graad warmer
Extra zonnebrand smeren
Op het strand bij Maastricht
Wat zeuren ze nou in Afrika?
Best een goed idee!
Twee en halve graad warmer
Met dank aan regeringsleiders
en Shell, Tata Steel, Schiphol
en de boeren boeven bende
Graag gedaan!
Twee en halve graad warmer
Mag het ook drie zijn?
Een sauna voor de rijken
Een kapitale maaltijd
Wie schreeuwt daar zo op straat?
EEN IJSBEER
Een ijsbeer
heeft geen ijs meer
Wordt vanzelf een bruine beer
zeggen ze
Die past zich wel aan
En anders is er
altijd nog de gevangenis
‘Dierentuin’
Gratis vis de hele dag
En altijd bezoek
Kijk mama! Een witte beer!
Waarom is het hier zo koud?
Dat is ijs, mijn kind
Kost veel stroom om te maken
Niet zo duurzaam.
AARDNOOD
Heeft het gesmaakt?
Op ons bord ligt nog
een restje aarde
in een plas waterige
jus te dampen
We hebben de vrucht
geduldig afgepeld
Die groene troep eraf
Het mes gezet in
de zanderige schil
Beetje pulken met een
vork in de harde korst
en dan uitlepelen
Het gezwavelde vlees
smaakt naar meer
Eerlijk delen wordt moeilijk
De vrucht wordt verdeeld
in bewaakte partjes
Pesticide en prikkeldraad
Harde stukjes tussen onze tanden
Pak er even een hakbijl bij
om de pit te klieven
We slachten alles
Er kruipen insecten op
de rand van ons bord
Die zijn niet smakelijk
Sla ook maar dood
Ze beginnen aan de verwelkte
sla die we niet lusten
Lijkt op dooie apen snot
Er sist en pruttelt nog iets
Is dat nog eetbaar?
Een gas borrelt op
Walmt als schimmelkaas
van koemoedermelk gemaakt
Gekookt gebakken gestoofd
De smaak van metaal en methaan
Een uitgedroogde krater
van een vulkaan zonder saus
Die aarde – Er is niets meer aan.
GESTOLEN DE WOLKEN
Heb je het gezien?
De wolken – Ze zijn weg
Gisteren hingen ze er nog
Gehecht aan de zolderbalken
van het hemelgewelf
Roerloos de grauwe wangen
En wij
Die wilden dat ze gingen
met hun zwaarmoedige smoelen
Dat ze net als een kudde olifanten –
de slurven en staarten verbonden –
voort zouden trekken
Dat ze plaats zouden maken voor
witte wattige bergen in de verte
die van vorm veranderen
Opgaan in slierten van mist
Wij
herinneren ons dat we wel
door hen verfrist wilden worden
nadat we zweterig ontwaakten
uit een dronken droom – en nu
De wolken – Ze zijn opgedroogd
Ons ontnomen door
klauwen van as
De vingers lang en morsig
Spuwende tongen van ijzer
nodigden het zonnevuur uit
Er brandt een gat in de nacht
Je kunt het proeven en ruiken
De wolken zijn gestolen
Gestolen de wolken.
Joke Kaviaar, 20 september 2017
PIJPLIJN
Er loopt iets door
de pijpen
Men zegt
Daar word je rijk van
De bodem bibbert
De rivier zingt niet
maar schrilt
Wie danst er nu naar
de pijpen die plakken
van witmans winst?
Het water glanst
als zwarte lak
wanneer de rijkdom
weglekt in het gras
Een vader weent
om gestorven grond
Een moeder richt zich op
Leef kinderen!
Wie stilzit wint niks
Sta op bizons en
bulderende wind!
Vang aan
het gevecht tegen
de pijpen.
Joke Kaviaar, 20 februari 2017
VIEZE MENSEN
Wagens dragen kolen aan
Hun wielen in de sporen
smeden een weg te gaan
Getekend in lood
Doorgetrokken in
schoorstenen gemetselde dood
Ademt met ons mee
of stokt wanneer wij
het sturen staken
De dag dat de banden
niet meer lopen en
de grond stopt met hoesten.
IN DE BRANDING
Ballonnen de laatste lucht verzucht
Ooit opgelaten opgelaten
Dansend in willige wind en nu
De branding heeft ze
uitgebraakt op het strand
Met zeewier verwikkeld in
strijd met visdraad
Blauw en rode kluwen
spuwen onvergane glorie
Jonge kwallen raken verdwaald en
sterven in dit nieuwe landschap
Tussen voetsporen van
verstrikte schoenveters pogen
lint en flesdoppen zich te
verstoppen in het zand
Een kind eet snoep en laat
de wikkel de hemel verfraaien
Een vlieger wordt losgelaten.
VLEUGELS
Ergens roept een vogel
Overstemt
motoren op het asfalt
Zweeft even groot als
haar stalen evenbeeld
hogerop
Lacht het uit
Klieft vleugels door
afgewezen toestemming tot
betreden van luchtruim
Kent stroomdraad noch geweren
Vlucht niet maar
doet alsof
wij hier nooit waren.
WIE WAS JE?
Uitgesmeerd op het asfalt
Een bloedveeg
Wie was je? Een kraai
die pikte in een verwaaid
boterhamzakje? Een hazenjong
dat onder de vangrail door
aan de overkant klavers zag?
Wie was je? Een mantelmeeuw
die in duikvlucht over de snelweg
scheerde? Een egel die op zoek
naar naakte slakken de grond
besnuffelde na de regen?
Rolde je je nog op?
Verdwenen in het profiel
van duizenden wielen ben je
Wagens schieten langs
aan wat er van je over is
Een restje voor een aasgier
die zich op dezelfde weg waagt.
Joke Kaviaar, 17 september 2019